dinsdag 27 januari 2009

Waarom deed hij het?

We willen het allemaal weten, maar zal ons dat dan helpen? Er is geen enkele zinnige reden te bedenken waarom iemand zomaar aan het moorden slaat. Kleine kinderen dan nog. Geen mens bij zijn zinnen die zoiets doet.
Veel kans dat we ons zullen moeten neerleggen bij het feit dat in Dendermonde iets gebeurde waarvan we het waarom nooit zullen kennen.
Zou het niet beter zijn, vraagt Louise zich af, dat we over wat in Fabeltjesland gebeurde denken zoals over een natuurramp. Een vulkaan die uitbarst, een aardbeving, een blikseminslag, een jonge man in wiens hoofd een draad verkeerd verbonden is: het gebeurt gewoon en niets dat je er aan kan doen.
Als we het zo kunnen bekijken, hoopt Louise, kunnen we er misschien voor zorgen dat het litteken waarmee die kleintjes hun hele leven zullen rondlopen niet de handtekening is van het Kwaad.

donderdag 22 januari 2009

De beste pennen

Kijk, daar gaat Louises haar nu een beetje van overeind staan. Ottokar krijgt een brief van de hoofdredacteur van De Morgen, himself. De boodschap op de folder luidt: ‘De beste pennen schrijven voor De Morgen’. Daaronder de foto’s en de toelichting bij de eigenaars van die beste pennen. Zes pennen, allemaal venten. En dan staat er nog niet eens Bernard Dewulf bij, Ottokars en Louises topfavoriet wat de pennen betreft. Weliswaar ook een vent maar tenminste een die ook zijn zachte kant durft te laten zien.
Meent u dat nu écht mijnheer Van Isacker? Bent u er nu echt niet in geslaagd één madam te vinden met een beste pen?
Dames, zullen we hem met z’n allen onze diensten aanbieden?

woensdag 21 januari 2009

O beautiful America

  • Wat Louise de zin vindt die het meest het onthouden waard is uit de speech van president Obama? “To those leaders around the globe who seek to sow conflict, or blame their society's ills on the West - know that your people will judge you on what you can build, not what you destroy.” Louise hoopt dat die zin onthouden wordt in de puinhopen van Gaza, in Irak, Afghanistan en overal ter wereld waar meer energie gestoken wordt in vernietigen dan in opbouwen.
  • Wat Louise gedaan heeft op dinsdag 20 januari van 17.30 u tot pakweg 20.00 u? Eén mand schone was gestreken. Eén keer een zakdoek bovengehaald. Gekeken naar een man die in een paar maanden tijd grijs is geworden. Wiens gezicht, dat kon je niet ontkennen, in een bezorgde plooi lag terwijl hij de lange gang doorliep, eenzaam toch, naar de plek waar hij met de ogen van de hele wereld op hem gericht, de belangrijkste functie ter wereld zou opnemen. Zich afgevraagd hoe die ceremonie er ook alweer uitzag vier jaar geleden, toen een mannetje voor wat lieden in de plenzende regen hetzelfde deed. Gehoopt dat deze mijnheer, deze grote mijnheer, zich altijd verbonden zal blijven voelen met datgene wat hem kracht geeft.
  • Wat Prinsje T. uitriep toen hij uiteindelijk ook voor de beeldbuis terechtkwam? “Helikopter! In de lucht!”

maandag 19 januari 2009

Toe

Prinsje T. knijpt zijn ogen dicht, beweegt zijn hoofdje heen en weer en vraagt: ‘Wáár is Pindje T?’ Pas als hij zijn ogen weer opent, roepen Louise en Ottokar in koor: ‘Dáár is Prinsje T. Jaaaah. Prínsje T!’

zondag 18 januari 2009

Wanneer mag ik mijn ogen weer open doen?

Louise is een van die mensen die in de regel niet naar een film gaan kijken als ze op voorhand weten dat er geweld in voorkomt. Gebeurt het toch dat zich een gruwelijke scène voordoet, dan sluit ze haar ogen, houdt haar handen tegen haar oren en vraagt wie naast haar zit: ‘Laat me weten wanneer het gedaan is.’
Wat zou ze graag, bedenkt ze terwijl ze in de fitnesszaal, trappend op de fiets, op de televisie voor haar de zoveelste beelden van Gaza ziet, haar ogen kunnen sluiten, haar handen tegen haar oren houden en dat dan iemand, na een kwartiertje of zo, zou zeggen: ‘’t is goed, je kan weer kijken, het is gedaan, de gruwel is over.’
Gisterenavond tikte iemand op haar schouder: ‘t is goed, ze gaan stoppen.’
Maar ze stoppen niet.

En je ogen sluiten verandert daar niets aan.

Of het helpt weet ze niet, maar Louise vraagt je vriendelijk om deze petitie – http://www.PetitionOnline.com/israpal/ – te tekenen. Of deze: http://www.avaaz.org/nl/gaza_time_for_peace/.

vrijdag 9 januari 2009

De kinderen komen

Een Belgische C-130 vliegt naar Egypte om er gewonde Palestijnse kinderen te halen. Ze zullen terechtkomen in het militair hospitaal en in andere Brusselse en Belgische ziekenhuizen. ‘Maar hoe moet het dan verder?’, vraagt Louise zich af. Wie zal hen daar op de schoot nemen? Wie zal de verhaaltjes voor het slapen gaan lezen? Wie zal met hen spelen? Wie zal er hun lievelingskostje bereiden? Wie zal hen ’s nachts stevig vastpakken als ze wakker worden van de nachtmerries?
En vooral: wat zal er met hen gebeuren eens de breuken gespalkt, de wonden gehecht, de prothesen aangegespt zijn? Als hun lichaampjes gerepareerd zijn, waar moeten ze dan heen, die kinderen uit de Gaza?

donderdag 8 januari 2009

De dag dat Prinsje T. geboren werd

De dag dat Prinsje T. geboren werd, vlogen de Israëlische bommenwerpers over Libanon.

Iemand had de kranten meegebracht van Prinsje T.’s geboortedag. De Standaard opende met een beeld uit het dorpje Qana. Een man met latex handschoenen aan hield een baby in de lucht. De kleine had zijn ogen gesloten en over zijn rimpelige lijfje lag een grijswitte laag. Ter hoogte van zijn buik hing een blauwig koord, het had de navelstreng kunnen zijn. Maar het was het plastic koordje waarmee een tut was vastgemaakt aan het hemdje, grijswit onder het stof van het puin waaruit de baby was opgeraapt.

In de eerste glimp die Louise van de foto zag, zag ze een baby geboren worden, zoals ze eerder die dag Prinsje T. uit haar eigen lichaam ter wereld zag komen. Maar toen zag ze de tut, het hemdje, het gebroken beton, de jammerende rodekruisman, en hoe slap die armpjes naast dat lijfje hingen, de vuistjes gesloten.

Sinds die dag kan Louise geen beelden meer zien van kinderen in oorlogsgebied zonder de pijn te voelen van de moeders. En niets dat ze kan doen om die pijn te verzachten.

Of kunnen we toch, misschien, een heel klein beetje, iets doen. Een internetpetitie tekenen bijvoorbeeld? Klik hier door voor de petitie van Avaaz.

Val

Gisteren waren er zes mensen nodig om Louise P. te komen redden. Een koppel die voor onderdak, een bed in het donker en toen ze wat bekomen was een bord spaghetti zorgde. Het Huis met de Prinsessen die zo lief waren Prinsje T. op te vangen terwijl Ottokar met een onzekere trein helemaal naar Gent moest om Louise P. en de geleende auto weer naar Louisetown te repatriëren.
Die ochtend was Louise P., op terugweg van het station waar geen treinen reden en op weg naar de gedeelde auto waarmee ze naar Gent kon zomaar, zwiep, uitgegleden op de gladde sneeuw en op haar poep gevallen. Haar poep deed meteen pijn, maar toen ze een dik anderhalf uur later toekwam in Gent, waar ze voor haar werk een afspraak had, zag ze zo bleek als een lijk, barste haar hoofd van de pijn en werd het zwart voor haar ogen.

Om maar te zeggen: Prinsje T. heeft niet helemaal ongelijk als hij dat witte goedje uit de lucht niet vertrouwt en Ottokar had ook niet echt ongelijk toen hij naar de lederen laarzen van Louise keek, met zolen zo glad dat je er geen gebenedijde stap op platgetrapte sneeuw mee kan zetten, en hoofdschuddend zei: ‘Vrouwenkleren, ik zal het nooit begrijpen.’

maandag 5 januari 2009

Eerste sneeuw

'Pakken!', roept Prinsje T. Zijn armpjes omhooggestrekt naar Ottokar die hem moet pakken, zijn voetjes in de rubberen laarzen met camouflageprint diep in de sneeuw. Maar dat witte goedje, dat uit de lucht komt vallen en overal een dik tapijt maakt, is nu net wat hij niet vertrouwt.


Wat een geluk, denk Louise, dat het sneeuw is dat hier uit de lucht komt vallen. Vandaag las ze over de kinderen in Gaza. Ondervoed en angstig. Stel dat je Prinsje T. daar moet zien opgroeien, denkt ze. Stel dat je hem moet behoeden voor bommen die uit de lucht vallen zoals hier de sneeuw.