woensdag 24 december 2008

Zoek

Tutje, tutjeuh, tuwuwutjeuh... Crisis ten huize P. Prinsje T. staat troosteloos rechtop in bed. Twee van de drie tutjes zijn spoorloos. Eén tutjeuh volstaat duidelijk niet om te kunnen slapen. Tutjeh! Ottokar en Louise doorzoeken koortsachtig het hele huis. Waar kunnen tutjes zoal zoek geraken? Tutjeuh. Waar kunnen tutjes zich zoal schuilhouden? Verwijten heen en weer. Waarom leg je die dingen ook niet op een vaste plaats? Maar weet je dan zeker dat hij zijn tutje nog bijhad toen we van de fiets stapten? Tutjehehe!!! Kijk dan eens in je jaszak. Ik steek nooit tutjes in mijn jaszak. Tuuuuuutjeeuh! Maar zoek dan toch mee. Ik heb hem niet beloofd dat we dat tutje zouden terugvinden.
Na een half uur of zo staken Ottokar en Louise hun zoektocht. Ergens ten huize P. moet een zwart gat, een verdwijngat voor tutjes zijn. Prinsje T. is nog minstens een kwartier troosteloos. Dan valt hij in een diepe slaap. Hoeveel uren, vraagt Louise zich af, verliest de mensheid niet aan het zoeken naar tutjes?

Geen opmerkingen: