Prinsje T. knijpt zijn ogen dicht, beweegt zijn hoofdje heen en weer en vraagt: ‘Wáár is Pindje T?’ Pas als hij zijn ogen weer opent, roepen Louise en Ottokar in koor: ‘Dáár is Prinsje T. Jaaaah. Prínsje T!’
Ze houdt van zwarte chocolade, rode wijn, muziek en goede boeken. Ze spreekt om een of andere reden graag over zichzelf in de derde persoon. Ze deelt haar huis met Ottokar en Prinsje T. Ze heeft graag vrienden over de vloer en wat te vertellen. Ban de schoonheid en ze gaat dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten