donderdag 8 januari 2009

Val

Gisteren waren er zes mensen nodig om Louise P. te komen redden. Een koppel die voor onderdak, een bed in het donker en toen ze wat bekomen was een bord spaghetti zorgde. Het Huis met de Prinsessen die zo lief waren Prinsje T. op te vangen terwijl Ottokar met een onzekere trein helemaal naar Gent moest om Louise P. en de geleende auto weer naar Louisetown te repatriƫren.
Die ochtend was Louise P., op terugweg van het station waar geen treinen reden en op weg naar de gedeelde auto waarmee ze naar Gent kon zomaar, zwiep, uitgegleden op de gladde sneeuw en op haar poep gevallen. Haar poep deed meteen pijn, maar toen ze een dik anderhalf uur later toekwam in Gent, waar ze voor haar werk een afspraak had, zag ze zo bleek als een lijk, barste haar hoofd van de pijn en werd het zwart voor haar ogen.

Om maar te zeggen: Prinsje T. heeft niet helemaal ongelijk als hij dat witte goedje uit de lucht niet vertrouwt en Ottokar had ook niet echt ongelijk toen hij naar de lederen laarzen van Louise keek, met zolen zo glad dat je er geen gebenedijde stap op platgetrapte sneeuw mee kan zetten, en hoofdschuddend zei: ‘Vrouwenkleren, ik zal het nooit begrijpen.’

1 opmerking:

Anoniem zei

mij krijg je er niet door zonder -welsiwaar niet erg elegante- laarzen met diepe ribbels op de voetzool; ik hou van het witte goedje, maar niet van slippertjes! Hopelijk niet teveel pijn meer na de valpartij?