maandag 23 februari 2009

Met trots melden Louise en Ottokar

Dat Prinsje T zijn eerste diploma heeft gekregen.






Hij mag nu naar de kleuterklas.

Maandagochtendblues

‘Weet je Prinsje T’, zegt Ottokar als ze op een maandagochtend met z’n drietjes vinden dat het veel te vroeg is om op te staan. ‘Het leven is maar voor 99% plezier.’
Hij komt het bed uit, haalt schone kleren uit de kast en mompelt: ‘En eigenlijk valt dat andere procent ook nog wel best mee.’

woensdag 18 februari 2009

Flora gaat naar Berlijn

Oh oh Berlijn! Wat fijn. Het moet alweer bijna vijftien jaar geleden zijn dat een tegenwoordig erg geletterde mijnheer een weekend met mij door die stad heeft gezworven. Ik herinner me van alles behalve namen. Dat we die eerste avond naar de opera gingen. De Toverfluit van Mozart, maar ik was te moe van de treinreis om er echt van te genieten. Dat het jasje dat ik toen droeg net iets te dun was voor het Berlijnse voorjaar. ‘Maar een echt leren jasje had je niet zo gemakkelijk in je tas kunnen stoppen.’ Ik draag dat jasje nog steeds, nostalgie oblige. Dat we voor de azuurblauwe poorten van Babylon hebben gestaan, en door een kasteel zijn gewandeld waar we sloefen over onze schoenen moesten trekken. Dat ik fotografisch betrapt werd terwijl ik de in marmer gebeeldhouwde billen van een oude Griek aan het bewonderen was en voor dat laatste stukje van de Muur. Dat hij mij meenam naar het eerste boekencafé in mijn leven en naar een donkere tent waar ik een beetje bang was. Dat ik een verrekijker heb gekocht op een marktje waar ze allerlei oorlogsmemorabilia verkochten en allerlei snuisterdingetjes in de bogen onder de S-bahn bij Friedrichstrasse (Er was daar een berenwinkel, Flora, moet je zeker heen). Dat we daarna warme choco met slagroom dronken, terwijl ik zorgzaam een cadeautje van allerlei prulletjes samenstelde voor iemand die thuis bijna mijn lief was en dat maar heel kort zou blijven. Dat we ’s avonds in zijn Spartaanse kamer in Potsdam naar noisemuziek van John Zorn luisterden, man man wat een lawaai. Dat ik schrok toen hij het elastiekje losmaakte waarmee hij zijn haar altijd in een staartje bond en er een bos lokken tevoorschijn kwam die tot ver over zijn schouders vielen. En dat ik dat veel intiemer vond dan –ik zeg maar wat- te weten in wat voor pyjama hij sliep. Die pyjama, daar herinner ik me niks meer van. Dat we in allerlei lekkere tenten gingen eten die bewezen dat Berlijn Duitsland niet is, en dat hij altijd betaalde. Het was hoffelijkheid, maar had ik toen maar de moed om te zeggen dat mij dat niet lekker zat. Dat ik, toen nog hevig sigarettenrokend, op het perron voor de trein terug een hoestbui kreeg die me op andere gedachten had moeten brengen. Dat hij mij, toen ik na dat veel te intense weekend terug op de trein naar huis zat, zelfs niet de minste geringste fractie van een beetje miste en dat was maar goed ook. Al zou ik het nog eens willen kunnen overdoen, dat weekend. Wat de tijd meeneemt kan je niet meer terughalen. Zeker naar de zoo gaan Flora. Die van Berlijn zien het niet zitten om Knut nog lang te houden.

vrijdag 13 februari 2009

Wat je zoal kan leren in de Standaard

Louise leert net dankzij de Valentijnsquiz van de Standaard dat 70% van de vrouwen chocolade verkiest boven seks. Tsja. Louise vindt chocolade ook heel lekker. Vooral de zwarte.
Maar dat zegt verder nog niks natuurlijk.

Als Louise niet werkt

Als Louise niet werkt, is er kans dat ze in een duister fitness-centrum ergens in Louisetown aan allerlei gekke toestellen hangt.
Net als bijvoorbeeld Lilimoen en Koen Fillet had ze namelijk goede voornemens.
Of het ook een beetje resultaat oplevert? Tsja.
Kilootjes minder na vier weken sleuren aan gewichten: nul.
‘Maar zie je het dan tenminste niet een beetje aan mij?’, vraagt Louise aan Ottokar.
‘Draai je eens om’, zegt hij. En dan: ‘Jaaah, je hebt nu een Afrikaanse poep.’
‘Nou dankjewel’, zegt Louise en ze slaat snel haar badjas om.
Je zal als man ook maar zo’n vraag krijgen natuurlijk.

dinsdag 10 februari 2009

En toen vatte het kastje vuur

Eerst was er een knal, dan een weerlicht. Als was het aan het bliksemen, maar de lichtflits kwam van beneden in de straat in plaats van van boven. Toen begon het luid te knetteren. Zoals vuurwerk. Maar wie steekt nu vuurwerk af op een regenachtige maandagnacht in februari? Ottokar en Louise snelden naar het raam en zagen net hoe na het geknetter het kastje tegen de gevel van de overbuur in brand vloog. Niets gebeurde er behalve dat brandend kastje van de elektriciteit. Moeten we de brandweer bellen? Die overburen verwittigen? Louise belde de brandweer, Ottokar stond al op straat. Hier staat een kastje in brand, zegt Louise tegen de mevrouw van de hulpdiensten. Van de elektriciteit. Oh daar komt al iemand met een emmer water. Geen water, zegt de vrouw van de hulpdiensten snel. Geen water gilt Louise door het raam. Geen water roept Ottokar verschrikt. Iemand houdt de man met de emmer tegen, iemand anders haalt een brandblusapparaat. We zullen de brandweer sturen, zegt de mevrouw van de hulpdiensten.
Als een kwartier later een politiecombi, drie brandweerwagens en een ambulance de straat inrijden vinden ze de buren verzameld rond het uitgebrande elektriciteitskastje. Louise heeft beslist dat ze niet meer zal lachen als Ottokar ’s avonds zorgvuldig alle elektrische apparaten afzet.

vrijdag 6 februari 2009

Combineren

Wat een geluk dat de digitale televisie een pauzeknop heeft. Zo konden Louise en Ottokar, toen Prinsje T eindelijk in bed lag, puzzelen tot alle sporen, wissels, bruggen van de houten speelgoedtrein op een spannende manier in elkaar pasten en dan toch ook nog naar dat fantastische Van Vlees en Bloed en die superspannende finale van de Slimste Mens kijken.

donderdag 5 februari 2009

Gepimpte pannenkoeken

Als hij na een dag hard werken thuiskomt, maakt Ottokar voor Prinsje T, Louise en zichzelf pannenkoeken. Hij voegt twee extra eieren toe aan een pakje Dr. Oetker pannenkoekenmix en maakt een sausje van in een beetje boter gebakken stukjes peer en appelsien, met een heel klein beetje suiker, en aangelengd met water met wat maïzena.
Louise legt met Prinsje T. de houten treinsporen uit. Er vormt zich een ingewikkeld patroon met bruggen en wissels, maar kloppen doet het nooit.
‘Aan tafel’, roep Ottokar dan, een bord dampende pannenkoeken in de hand.
Het is goed leven ten huize P.

woensdag 4 februari 2009

Oortjes

Als ze na een maand of zo de oortjes van haar iPod nog eens inplugt, merkt Louise dat de soundtrack van haar leven intussen veranderd is.

Om maar te zeggen


Dit is Louise’s werkkamer. Die grote lap papier tegen de muur is het plan van de tekst waaraan Louise momenteel werkt.
De interviews zijn gedaan, het schrijfwerk kan beginnen, de deadlines zijn gespreid over de volgende weken.
Om maar te zeggen: Louise leeft nog, maar ze is hard aan het werk.