Ik ben niet zo gek op hoofddoeken, ik moet daar eerlijk in zijn. Ik ben er niet zo gek op omwille van de associaties die ik er bij heb. Die associatie, mijn persoonlijke associatie, is: men vindt blijkbaar dat wij vrouwen ons moeten schamen voor ons lichaam en dat we het daarom moeten wegstoppen. Dat kwetst me als vrouw en maakt me kwaad. Op precies dezelfde manier waarop ik kwaad wordt als ik chassidische vrouwen over de Antwerpse Meir zie lopen, met hun vleeskleurige ondoorschijnende kousen, hun lange mouwen, hun pruiken, zodat je toch maar niet hun échte haar zou kunnen zien. Of als ik hoor dat er plaatsen zijn waar het strafbaar is een kind in het openbaar de borst geven.
Dat gekwetst voelen en die kwaadheid zijn persoonlijke emoties en wie weet waar ze vandaan komen. Waarschijnlijk is het een boosheid die via mijn moeder in mijn bloed is gekropen. Zij zat nog op een nonneninternaat waar je met je handen boven het bed moest slapen en niet naakt mocht douchen. Zoiets sijpelt door, hoe je het ook draait of keert.
Ik heb geen problemen met de hoofddoek omdat het een religieus symbool zou zijn. Voor mij mag iemand rondlopen met een kruisje, een davidster, een boedha, een tika, een oranje tulband een vijfpuntige ster, whatever. Ik heb ook helemaal geen probleem met zo’n klein zwart hoofddoekje, dat overigens behoorlijk sexy kan staan. Mijn probleem is niet van ideologische maar van psychologische aard. Maar ik denk persoonlijk ook dat ideologie een lege doos is als ze voorbijgaat aan wat mensen voelen en ervaren. Ik denk dat het wel eens heilzaam zou kunnen zijn om daar nu net bij stil te staan. Zonder oordeel, want gevoelens zijn niet politiek correct of incorrect. Je hebt ze gewoon.
Ik ben dus niet zo gek op hoofddoeken, maar ik vind het een bijzonder slecht idee ze te verbieden. Niet eens omdat dat betuttelend is –meisjes en vrouwen moeten zelf maar beslissen wat ze met die hoofddoek aanvangen. Maar juist omdat iets verbieden er rechtstreeks toe leidt dat mensen het met hand en tand gaan verdedigen. Met de gekste argumenten eerst. Zoals Tom Naegels terecht opmerkt in Knack: de hoofddoek staat op dit moment zowel symbool voor emancipatie als voor een gebrek daaraan. Tot daar dus de waarde van ideologieën.
Ik vind dat we er net alles aan moeten doen om die lap stof te ontdoen van de betekenissen die eraan verbonden worden. En die zijn voor veel mensen, denk ik, verschillend. De vraag is hoe je dat doet, dat ontdoen van betekenissen. Ik weet het niet. Ik denk alleszins dat het niet is door hoofddoekenmeisjes te weren. Ik denk dat we er juist zoveel mogelijk contact mee moeten zoeken. We moeten ze in onze klassen houden. We moeten ze naar de jeugdbeweging krijgen en naar de sportclub. We moeten ermee naar de cinema gaan en ermee gaan shoppen. We moeten ze onthaalmoeder laten zijn van onze kinderen of zelf onthaalmoeder zijn voor hun kinderen. We moeten er op de thee. We moeten hen vragen ons te leren buikdansen. En wie weet zeg ik dan tegen zo’n hoofddoekenmeisje: ‘Weet je, mijn mama mocht niet naakt onder de douche, en ik word daar nu nog kwaad van.’ En zegt zij: ‘Weet je, ik heb nooit last van een
bad hair day’.