zaterdag 29 november 2008

Altijd feest in de Lichtstad

‘Oh dat kan geen kwaad hoor. De gast in de kamer boven jullie zal het douchegordijn niet goed hebben dichtgetrokken. Het gebeurt wel vaker. Maar we zullen er morgen naar kijken en als we het niet kunnen repareren, krijgt u een andere kamer.’ Het was half twee ’s nachts en de nachtreceptionist stelde ons gerust terwijl in onze kleine badkamer via de spotjes in het plafond water naar beneden spatte.
‘Oh dat kan geen kwaad hoor’, herhaalde de Aziatische dagreceptioniste de volgende ochtend. ‘Maar als jullie er echt op staan, breng dan jullie bagage naar beneden, dan geven we jullie een andere kamer.’
We stonden erop, al was het maar uit principe. We kregen een andere kamer. Het was zo’n klein kamertje dat je geen plaats had om je koffer neer te zetten. Dat was het enige verschil.


&
Louise is altijd bang dat de deuren van de metro tussen haar en de rest van het gezelschap zullen dichtklappen. Om een of andere reden is ze altijd de laatste die op de metro stapt en staan er altijd al een hoop ruggen in de deuropening.


&
Het fijne aan tentoonstellingen is dat je er zaken ontdekt die je niet verwachtte. Zo had Louise verwacht dat fotoreportages uit de VS van Henri Cartier-Bresson en van zijn grote inspiratie Walter Evans de moeite waard zouden zijn en dat waren ze ook. Beelden van armoede en trots die hand in hand gaan. Van menselijke waardigheid en hoop op de proef gesteld.
Maar er waren andere verrassingen. Zoals het prachtige art-decogebouw waarin de Fondation huist. En de kleine foto van een vrijend koppel die ergens in een hoekje op de bovenste verdieping hangt, waar je er stiekem naar kan kijken, en die Louise verraste met zijn haast kinderlijke intimiteit. En het exemplaar van Harper’s Bazaar –opengeslagen op de reportage van Truman Capote, met wie Henri Cartier-Bresson onderweg was in het diepe zuiden. Bam. Wat een journalistiek! Wat een heldere precisie van beelden. Wat een overrompeling! Louise werd jaloers en treurig tegelijk. Treurig, omdat er voor dergelijke journalistiek geen plaats meer lijkt te zijn in onze Vlaamse pers. En ze had meteen een eerste item voor haar boodschappenlijstje bij Shakespeare & co.


&
M’as tu vu krijgt een geheel eigen betekenis bij een glas champagne in de duisternis van de Buddhabar.









&
Hoe gedreven kan een mens zijn? Dertig jaar lang schilderde Claude Monet de waterlelies in zijn vijver. Twaalf jaar van zijn leven, met die haast blinde ogen van hem, wijdde hij aan de grote muurschilderingen die nu in het musée de l’Orangerie hangen. Als Louise voor de tweede keer in haar leven die ovalen zaal binnen wandelt en die dikke klodden en vegen verf bewondert, overvalt haar een gevoel van dankbaarheid voor zo’n groot geschenk aan de wereld.


&
Sylvia Schwartz zong die hele bonbonzaal van le Châtelet vol met haar prachtige warme stem. Sting had daar een microfoontje voor nodig, waarin je hem te pas en te onpas hoorde hijgen. Of hoe zelfs een rabiate fan soms ook teleurgesteld kan zijn.


&
Ottokar en Louise stonden allebei met hetzelfde boek aan de kassa van Shakespeare & Co. Het was elf uur ’s avonds en de baas was druk bezig te proberen zijn klanten de deur uit te krijgen, terwijl iemand achterin op de piano ramde.
Als er een prijs bestaat voor de journalist met het meest foute kapsel dan maakt Malcolm Gladwell er alvast aanspraak op. Zijn Tipping point is een wereldwijde bestseller waar Louise en Ottokar nog nooit van gehoord hadden. Het boek maakte dat de terugreis naar Brussel zo om was. De man werkt natuurlijk niet voor niets bij de New Yorker.

&
Prinsje T was alleen in gedachten mee.

1 opmerking:

Anoniem zei

Tijdens een schoolreis naar Parijs héél lang geleden ben ik verliefd geworden op de schilderijen van Monet(die hingen toen nog in het Jeu de Paume) en dat ben ik nog steeds.