woensdag 23 september 2009

M

'Gelukkige verjaardag', zeiden een aantal mensen enthousiast, maar Prinsje T was niet jarig. Hij was gewoon koning. Zo liepen we door het nieuwe museum, Prinsje T met zijn kroon van papier en ik. Ottokar lag al geveld in bed, maar wij waanden ons nog even vrij van het virus.


Ik weet niet waar we het meest van genoten. Waren het die prachtige nieuwe ruimten en de lichtinval? (Kijk mama, een boot, wees Prinsje T naar het grote ovalen dakraam). Was het die indrukwekkende video-installatie van Walter Verdin waarop stukjes van de kruisafneming traag, heel traag, voorbij gleden? Was het Prinsje T die in de zaal met heiligenbeelden overal sinterklazen herkende? Was het het diephemelsblauw van die ene zaal, dat opdook in elk van de schilderijen die er hingen? Was het het behang in het oude Hotel Vander Kelen, warmrood, vermiljoengroen, bladgoud? Was het het zicht vanop het dakterras, vlak over de daken van Leuven, op ooghoogte met de kever van Fabre en de bibliotheektoren, badend in het pastelkleurige licht van een septemberavond? Of waren het de mevrouwen die, geïnformeerd over Prinsje T's adellijke stand, vroegen of ze zijn prinses mochten zijn?

Geen opmerkingen: