vrijdag 18 september 2009

Dat ze hier ook graag woont, zegt ze. 'Maar een echte stad kun je het niet noemen. Het is hier geen Brussel of Antwerpen.' Dat is het niet, for sure. 'Mijn vrienden in die steden kijken smalend naar ons provinciestadje.' vervolgt ze. 'Hier is geen diversiteit.'


Dat laatste trof me. Ik vind dat een misvatting. 'Mijn kapster komt uit Irak', vertel ik. 'Op zomerse zondagen zijn de gazons van het provinciaal domein bezaaid met dekens en kleden van berberfamilies die uitgebreid komen picknicken. Ik wandel naar huis en word voorbij gejogd door twee Russisch pratende vrouwen, op de bank zit een oude berbervrouw naar het water te staren. Op de weide op de heuvel die uitkijkt over de stad, is het 's avonds een komen en gaan van jonge Turken. Loop door de Parijsstraat en negentig procent van wat mensen er tegen elkaar zeggen, klinkt in een taal die je niet verstaat. Schuif aan bij de kassa van de Delhaize en je hoort Engels, Spaans en Slavische talen. En dan heb ik het nog niet over de kinderen in het kleuterklasje van Prinsje T. Jade, Dilbirin, Bailoo, Yamilla, Tuna, Ben, Cordelia, Malik, Angelo...  '

Wat we hier in dit stadje aan de Dijle niet hebben, bedenk ik achteraf, zijn gettowijken met Noord-Afrikaanse jongeren die van verveling en uitzichtloosheid niet weten van welk hout pijlen te maken.

Dit is een stadje dat goed voor zichzelf en haar inwoners zorgt. De straten zijn hier mooi gemaakt, woonprojecten werden getekend door creatieve architecten, sociale flats en luxeappartementen delen hetzelfde park. Deze stad eerbiedigt zichzelf. Hier wonen mensen gráág binnen de negentiende-eeuwse gordel. Wat is dat toch met die multiculturele samenleving? Moeten er dan persé conflicten zijn opdat mensen die samenleving zouden zien?

Geen opmerkingen: